De door de EU genomen zeebaarsmaatregelen voor 2016 zijn met ongeloof en grote verontwaardiging ontvangen door de Europese sportvisserij. Waar de recreatieve sector flink moet inleveren, mogen bepaalde commerciële sectoren ongehinderd doorvissen op het al zo ernstig bedreigde zeebaarsbestand.
De Europese visserijministers besloten half december tot een pakket van maatregelen dat niet proportioneel is en onvoldoende bijdraagt aan het herstel van de zeebaars. Zo moeten sportvissers in het eerste half jaar van 2016 elke zeebaars die zij vangen, terugzetten (bag limit is 0). In de tweede helft van 2016 geldt een bag limit van 1 zeebaars (minimummaat 42 cm.). Verder wordt de commerciële visserij op zeebaars gesloten van 1 januari tot en met 30 juni en gelden er daarna maximale aanlandhoeveelheden voor beroepsvissers.
Lachende derde
Toch zijn er bepaalde uitzonderingen. Zo is de kleinschalige beroepsmatige zeebaarsvisserij (handlijn- en staand wantvissers) de lachende derde. Hun gesloten tijd duurt slechts twee maanden – februari en maart; de minst productieve maanden – en de maximale maandelijkse aanvoer is opgetrokken van 1.000 naar 1.300 kg. Daarmee is er nauwelijks sprake van een bijdrage aan het terugdringen van de visserijsterfte door deze sector en het benodigde herstel van de zeebaarsstand nog verder weg.
Met twee maten meten
Voor de zoveelste keer kiest de EU dus ten faveure van de beroepsvissector en moet de recreatieve visserij het meest inleveren. Dit terwijl deze (ongesubsidieerde) sector vele malen duurzamer is en een minstens vier maal zo grote sociaal economische waarde heeft. Er wordt in Brussel dus nog altijd met twee maten gemeten. Want hoe leg je uit dat een sportvisser in mei en juni alles moet terugzetten, terwijl een staandwantvisser de gevangen zeebaarzen mag behouden?
Lange termijn beheer
Met dit pakket disproportionele maatregelen gaat de zeebaars zware tijden tegemoet. De European Anglers Alliance en Sportvisserij Nederland blijven zich echter richten op een lange termijn beheerplan voor de zeebaars dat perspectief biedt voor herstel van het bestand door middel van proportionele maatregelen. Het zeebaarsbestand is te waardevol om over te laten aan politici in Brussel die één groep bevoordelen en voor korte termijn gewin gaan.
Recreatief staand want
Sportvisserij Nederland is zeer benieuwd hoe de overheid zal omgaan met de recreatieve staand wantvisserij, waarvoor de gesloten zes maanden en de baglimit van één vis ook geldt. Het overgrote deel van de vangst met deze netten bestaat uit salmoniden (die helemaal niet mogen worden behouden) en zeebaars, waarvan er maximaal één vis mag worden behouden (in de tweede helft van 2016). Levend terugzetten is geen optie, want alle vis gaat dood in netten. De vraag is dus of je deze vorm van visserij, die gericht is op soorten waarop je niet of slechts zeer beperkt mag vissen, in stand moet houden. Dat is vragen om stroperij.